19, 20 en 21 Eeuwse Kunst


Toevoegen aan winkelwagen
Maximum: 1

Nieuwenhuys, Jan Nieuwenhuys
[2006738]

€1.650,00

5 van 5 sterren5 van 5 sterren

JAN NIEUWENHUYS
1922-1986

Jan Nieuwenhuys volgde de Rijksnormaalsch-ool en Rijksacademie in Amsterdam. Hij was een van de oprichters in 1948 van de Experimentele Groep Holland en van de internationale groep CoBrA, maar verliet die groep in de zomer van 1949.
Jan Nieuwenhuys paste bijzonder goed in die groepering, juist omdat hij noch abstracte kunst, noch de non-figuratieve kunst aanhing. Dat dreigde zijns inziens naar een te veel esthetiseren te leiden en dat heeft Jan Nieuwenhuijs nooit gewild, ook niet toen andere leden van de Cobra-groep later toch wat meer estheten zijn geworden. Om zijn eigen woorden te gebruiken: `Ik schilder zoals ik schrijf, zoals ik lach. Ik schilder ook niet een bepaald geval, maar ik probeer expressief te zijn en daarvoor heb ik beelden nodig. Iets van deze tijd wil ik weergeven en in de abstracte kunst mis ik de hartslag, het felle van deze tijd. De abstracten bouwen alleen een schijnwereld op".

Ed Wingen schreef over Jan Nieuwenhuys: Het vroege werk van Jan Nieuwenhuys stond onder invloed van Matisse en Braque. Omstreeks 1948 experimenteert hij met surreële dierfiguren, half mens, half vis en ontwikkelt hij zijn bijdrage aan het internationale Cobra-avontuur.

Zijn ervaringswereld bezit een kinderlijke spontaniteit. Dit impulsieve uitgangspunt veroorzaakt in zijn schilderijen, aquarellen en tekeningen een sprookjesachtig-e rijkdom aan vormen en kleuren, die afwisselend figuratief en abstract is. De beeldtaal van Jan Nieuwenhuys verwijst naar de fantasiewereld van kinderen, de wonderlijke dromen van krankzinnigen en de fabels van primitieven. Ook bezit zijn semi-automatisc-he schrift verwantschap met de kunst van figuren als Klee en Kandinsky en surrealisten als Mirò en André Masson.

Tot aan zijn dood is Jan Nieuwenhuys trouw gebleven aan het credo van de Experimentele Groep. Zijn werk heeft zich dan ook binnen de mogelijkheden van het Cobra-idioom ontwikkeld tot een speelse en fantasierijke variatie van het naoorlogse surreële expressionisme.

Jan Nieuwenhuys heeft geëxposeerd in verschillende Europese musea en waarvan ook het Stedelijk Museum te Amsterdam verschillende werken in eigen collectie heeft. Een kunstenaar bovendien die in tal van landen zich heeft georiënteerd op kunstgebied en ook heeft geschilderd, o.m. Italië, Frankrijk, Marokko, Tunesië, Algerije, Duitsland, enz. Een kunstenaar tenslotte wiens naam onverbrekelijk verbonden blijft aan een soort kunstvernieuwin-g die direct na de Tweede Wereldoorlog van zich deed spreken.



-
SBK
AMSTERDAM-

De expositie was te zien van 17 september - 1 oktober 2008


In 1948 nam Jan Nieuwenhuijs deel aan de tentoonstelling 'Amsterdamse Schilders Van Nu' in het Stedelijk Museum Amsterdam. Nieuwenhuijs ontmoette daar Karel Appel en Corneille en werd door hen betrokken bij de oprichting van de 'Experimentele Groep Holland'. Samen met Karel Appel, Corneille, Constant (zijn broer), Eugène Brands en Anton Rooskens maakte hij het tijdschrift 'Reflex'. In 1948 was de 'Experimentele Groep Holland' vertegenwoordig-d op de tentoonstelling 'Host' in Denemarken, waaraan ook de latere Deense leden van Cobra deelnamen. Nieuwen­huijs nam in 1949 wederom deel aan de tentoonstelling 'Amsterdamse Schilders Van Nu' in het Stedelijk Museum. Jan Nieuwenhuijs was bij verschil­lende Cobratentoonste-llingen betrokken of daar met werk vertegenwoordig-d. Waar de andere Cobrakunstenaar-s de nodige aandacht op zich wisten te vestigen, bleef Nieuwenhuijs een min of meer 'stille onbekende'.

Nieuwenhuij-s maakte gebruik van veel verschillende materialen: papier, linnen, behangsel of krantenpapier en bewerkte dit met pen, ballpoint, krijt en verf. Deze combinatie geven een speels resultaat. Hij bleef trouw aan de principes van Cobra en liet zich inspireren door de fantasieën in kindertekeninge-n en door tekeningen van geesteszieken en door primitieve kunst. Hij is ook duidelijk beïnvloed door de surrealisten, bijvoorbeeld door het werk van Klee, Miro en Kandinsky.

N-ieuwenhuijs creëerde zijn eigen wereld. De fantasiewezens, geplaatst in prachtige omgevingen en uitgevoerd in warme kleuren geven de toeschouwer de vrijheid te fantaseren over de wereld rondom deze creaties. De dieren, de menselijke wezens, demonen en mengfiguren zijn vloeiend en spontaan uitgebeeld.

-Zelf zei hij over de tijd vóór Cobra: 'Het klimaat was zo, dat wij allemaal wat nieuws wilden. Wij zochten een nieuwe kunst die de felheid had van onze dagen. Ook voor het eventuele nageslacht. Als men die kunst later ziet, moet men er iets in vinden van de spanningen die in ons geleefd hebben.'



-


The Dutch painter Jan Nieuwenhuijs is probably the most mysterious artist of the European CoBrA movement. He was one of the early active founders of the Dutch ‘Experimentele groep’ that later became part of CoBrA. With this site we try to give some more insight in his work, his life and backgrounds.

-
Jan lived and worked his whole life in Amsterdam from 1922 until his dead in 1986.

Around the age of 14 he and his two year older brother decided to become painters. From 1938 to 1941 he attended the ‘Rijksnormaalsc-hool’ in Amsterdam. Later in the Second World War he also took lessons at the ‘Rijksacademie’ in Amsterdam. At the Rijksacademie he met Karel Appel and Corneille.

I-n the Second World War Jan painted almost only clowns, nudes and couples making love. Just after the war he started painting fantasy animals like aggressive cocks, cats and bulls.

He and his brother Constant had lots of arguments about his paintings. During the war Constant himself painted only, catholic scenes like piëtas and Maria portraits or still life’s and thought that Jan chose his subjects too lightly.

In 1948 Appel, Elburg, Kouwenaar, Wolvekamp, Corneille, Constant, Brands, Rooskens and Jan Nieuwenhuijs founded the ‘experimentele groep’ that a few months later became the European group CoBrA. Jan was in his paintings of this period influenced by dreams, children’s drawings, the artistic expressions of mentally handicapped people and primitive art. Animals such as birds and cats play a leading role in most of his works, along with fantastic creatures and beings that are made up of a combination of human, animal and mechanical elements. A lot of the creatures balance on a rope or wear boats as a hat.

Jan was soon disappointed in the members of the CoBrA group, some of them were more interested in fame than being an activist , he couldn’t stand the fighting that was going on between the members and so he left the group in the middle of 1949, some other members also left but they joined again, for the great exhibition in the Stedelijk Museum.

In 1964 he says in an interview; ‘ The group was not founded as an exposition group but as a group of activists. We wanted to put an effort into that, to fight against the softness in art at the time and using our imagination to change that. Regrettably I must ascertain that a lot of the Experimentalist-s of that day also became esthetics. Everything official stops to be combatant. I think that work of some of them look very dormant these days’

Jan went his own way, desillusioned, and concentrated only on his work. His paintings became more and more liberated and he experimented with different materials like fluorescent paint and everything he could get his hands on. Everything could become a painting.

In an interview from 1964 he says; ‘I start with my material and my color. With that I express myself. From the material I come to my subject and that is maybe contrary to what painters did in earlier days. I paint the way I write, the way I laugh. That’s why I paint differently all the time, because my moods change. That’s the way I feel.’

‘As a painter I don’t want to paint a particular situation. I am not abstract, not really non-figurative. I try to be expressive and therefore I need certain images. Today I am in China, tomorrow in Paris, after tomorrow some other place. We are confronted every day with what happens in the world. You’re living on a specific spot, but also in the whole world. It’s maybe therefore that we become so ignorant and hard, because we experience too much. Hunger, war. That particular situation doesn’t mean anything anymore.’

Fr-om the same interview; ‘ I wish, if they see my work later on, that they can see the twentieth century. The artist must give his time a suit. And it doesn’t matter if he is an architect, poet or painter. In abstract painting I miss the beat of this time, the rudeness. We, the people of today we are living with the fear of an atom bomb. The abstracts are building only a superficial world for you.’
Datum toegevoegd: 25/12/2008 door: De Kunsthistoricus
Copyright © 2024 Kunstverzameling Henk van der Kamp - toevoegen aan favorieten
Powered by Zen Cart