19, 20 en 21 Eeuwse Kunst


Toevoegen aan winkelwagen
Maximum: 1

Pallandt, Charlotte van Pallandt
[2006663]

€2.150,00

5 van 5 sterren5 van 5 sterren

Charlotte van Pallandt
1898 - 1987


Charlotte Dorothée barones van Pallandt (Arnhem, 24 september 1898 - Noordwijk, 30 juli 1997) was een Nederlands schilder en beeldhouwster. Zij wordt algemeen beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse beeldhouwsters van de twintigste eeuw. Zij kan worden beschouwd als lid van de 2e generatie van de Groep van de figuratieve abstractie, De Groep.

Al in haar jeugd bleek Van Pallandt zeer begaafd. Tekenen, schilderen en piano spelen hadden haar voorkeur. Voor een vrouw lag een carrière als kunstenares echter niet voor de hand. Nadat haar huwelijk met een diplomaat, Adolph graaf van Rechteren, na vier jaar in 1923 was beëindigd, ging zij haar eigen weg. Tot 1928 was ze actief als schilder; vanaf 1929 begon ze met beeldhouwen. Hiermee zou ze zeer bekend worden.

Van Pallandt volgde onder meer een opleiding in Parijs. In 1968 vervaardigde ze het bekende beeld van Koningin Wilhelmina, dat - in brons - voor Paleis Noordeinde in Den Haag staat. Eerder al, in 1953, maakte ze een beeld van Koningin Juliana. Van Pallandt was gespecialiseerd in portretkoppen en naakten. Zij gaf les aan Koningin Beatrix, toen deze nog prinses was.

Charlotte van Pallandt was een schoonzuster van Ferdinand Francois baron de Smeth en een tante van zanger Frederik van Pallandt, bekend als de mannelijke helft van het duo Nina en Frederik.

Naar haar is de Charlotte van Pallandt-prijs genoemd.

Charlotte van Pallandt (1898-1997)
Charlotte Dorotheé baronesse van Pallandt, Nederlandse beeldhouwster, schilder van figuurvoorstellingen, naaktfiguren, portretten, zelfportretten,

Schilder tot en met 1928; beeldhouwer vanaf 1929. Charlotte van Pallandt mag beschouwd worden als één van de belangrijkste Nederlandse beeldhouwers van de 20ste-eeuw.

Den Haag 1913 - 1922
Bern 1922
Lausanne 1923 - 1926
Zij was op vele artistieke terreinen begaafd: tekenen, schilderen en pianospelen hadden van jongsaf aan haar voorkeur. Maar pas nadat haar huwelijk (1919-1923) met de diplomaat Adolph Limpurg, graaf van Rechteren, was beëindigd ontwikkelde zij haar artistieke begaafdheid. Ze had een late start gemaakt als beeldhouwster omdat ze, als dochter van een Haagse baron en barones, eerst het voor een meisje van haar afkomst geëikte pad van een keurig huwelijk bewandelde.

Parijs 1926 - 1928
In 1926 ging zij naar Parijs waar zij een jaar les nam bij André Lhote (1926-1927) en daarna bij Charies Malfray. Haar tekeningen en beelden hadden tot 1930 een duidelijke invloed van de aangeleerde werkwijze van Lhote.

Amsterdam 1929 - 1954
Den Haag 1930
Parijs 1938

Den Haag 1938 - 1942
Na jaren in Parijs te hebben gewerkt, vooral als beeldhouwer, vertrok zij in 1939, in verband met de oorlog weer naar Nederland. Hier ontmoette ze de Belgische beeldhouwers Toon Dupuis en Albert Termote. Zij heeft met onder meer de technische adviezen van Albert Termote vele robuuste en monumentale beeldhouwwerken gecreëerd.

Eenmaal in Nederland teruggekeerd kreeg zij het moeilijk in de kunstenaarswereld toegang te krijgen, omdat zij voornamelijk een Franse niet-Nederlandse opleiding had genoten.

Zij is onder meer bekend van een beeld van Koningin Juliana in 1953, waarover zij echter zelf niet tevreden was en later van Koningin Wilhelmina in 1968.

Noordwijkerhout 1954 - 1991

Behalve portretkoppen maakte Van Pallandt veel naakte figuren, die nu verrassend modern aandoen. In 1930 maakt ze nog een technisch perfecte, brave Tors, die in blinkend goud op de expositie staat, maar gaandeweg dijen haar vrouwen uit, en nemen ze afwijkender houdingen aan. De Grote staande met voet vooruit (1955) steekt haar kont naar achteren en haar kin in de lucht. Truus en détresse (1959) zit, mollig en bloot, met de armen over elkaar te mokken op een stoel. Het zijn komische, levensechte vrouwen, zoals zelfs koningin Wilhelmina er bij Van Pallandt eentje werd.

Haar werk kent door de jaren heen een paar trends, zoals een hang naar abstractie in de jaren zestig, maar uiteindelijk was stijl bij haar altijd ondergeschikt aan wat ze in een onderwerp zag. Het hoofd van dichter Adriaan Roland Holst bouwde ze op uit losse hompjes klei, die ze plakte rond een paar holle, droevige ogen (1963); schilder Kees Verweij kreeg juist een realistische, robuuste kop (1961). ,,Daar zijn zooveel kanten in jezelf + aan beeldhouwen wat je wilt ontwikkelen. ik wil niet alleen zoo werken want daar is nog iets anders wat ik zeggen wil'', noteerde Van Pallandt in een van haar schetsboeken over die wisseling van stijlen.

1968 Haar bekendste werk is het beeld van koningin Wilhelmina, dat in steen in Rotterdam en in brons op het Haagse Noordeinde staat. Van Pallandt maakte van Wilhelmina een soort duikelaartje: een enorm, voluptueus lichaam in een lange winterjas, met een klein hoofdje met dophoed erboven. De veelgeprezen trots en onverzettelijkheid van de vorstin veranderden onder haar handen in een aandoenlijke koppigheid. Zij kon tot haar spijt zelf niet bij de onthulling aanwezig zijn, omdat zij vlak voor de afronding van het kappen van een ladder afviel. Koningin Juliana was echter erg in haar schik met het beeld waarvan zij opmerkte: 'Het is precies mijn moeder'.

De dames Prins-Marczak (1975) en Bieruma Oosting (1976) zijn voornaam en natuurgetrouw afgebeeld, met strenge monden en een berustende blik.

Charlotte van Pallandt overleed op 30 juli 1987 in Noordwijk.
Datum toegevoegd: 29/08/2008 door: De Kunsthistoricus
Copyright © 2024 Kunstverzameling Henk van der Kamp - toevoegen aan favorieten
Powered by Zen Cart