19, 20 en 21 Eeuwse Kunst


Toevoegen aan winkelwagen
Maximum: 1

Matisse, Henri Matisse
[2006832]

€650,00

5 van 5 sterren5 van 5 sterren

HENRI MATISSE
1869-1954

Henri Matisse (Le Cateau-Cambrésis, 31 december 1869 – Cimiez, nabij Nice, 3 november 1954) was een Frans kunstschilder en beeldhouwer. Hij staat bekend als de merkwaardigste Franse fauvist.

Biografie
Matisse werd geboren in een Franse bourgeoisie-familie te Le Cateau-Cambrésis, een familie van wevers langs vaderskant en leerlooiers langs moederskant. Hij bracht zijn jeugd door in Bohain-en-Vermandois, vlakbij zijn geboorteplaats, waar zijn ouders handel dreven in graan en drogisterij. Hij groeide op tussen thuiswevers, die de kostbare stoffen in wol en zijde maakten voor de hogere burgerij van Parijs.

Hij studeerde rechten en kwam terecht bij het Openbaar Ministerie. In 1890, tijdens een moeizaam herstel van één jaar na een blindedarmoperatie, begint hij prenten te kopiëren. Hij wordt door de kleuren gegrepen en tegen de voorkeur van zijn familie in richt Matisse zich op de kunst. Hij volgt tekenlessen aan de Quentin de la Tour-school.

In 1892 trekt hij weer naar Parijs, waar hij destijds student was geweest, laat zich inschrijven aan de Académie Julian en volgt een avondcursus aan de "Ecole des Arts décoratifs". Met zijn leraren op de scholen kan hij het niet goed vinden. Zij stellen dat hij niet goed genoeg kan tekenen. Beslissend is hier zijn kennismaking met Albert Marquet en met Gustave Moreau (1892-1897). Hij krijgt contact met Georges Rouault, Charles Camoin, Henri Manguin en met de Belg Henri Evenepoel, zijn latere geestesgenoten in het fauvisme.

Aanvankelijk vertonen zijn doeken een eerder omfloerst poëtische Nabis-atmosfeer. Zijn palet klaart op nadat hij het werk van Vincent van Gogh leert kennen en Camille Pissarro hem wijst op een minder geslaagd kleurengebruik.

Hij trouwt in 1898 en verblijft kort in Londen, waar hij zich verdiept in het werk van William Turner. Hierna leert hij de zuidelijke helle kleuren kennen op Corsica. In 1899 keert hij terug naar Parijs, op de Quai Saint Michel, waar hij zal blijven wonen tot 1907. Hij raakt er in de ban van de kleurencombinaties van Cézanne en Gauguin. Maar ook de beeldhouwwerken van Auguste Rodin fascineren hem. Hij waagt zich ook aan het beeldhouwwerk en stelt zijn eerste stukken tentoon.

Na een kort verblijf, in 1904, bij Paul Signac in Saint-Tropez, neemt hij het divisionisme en het pointillisme onder handen. Hij bouwt zijn schilderijen op met gekleurde puntjes en met weglating van schaduwen en dominante kleuren. "Luxe, calme et volupté" ontstaat, naar een gedicht van Charles Baudelaire. Hij bemerkt vlug de beperkingen van dit systeem en waagt zich nog een stap verder. De zomer van 1905 brengt hij door in Collioure en schildert erop los, in gezelschap van André Derain.

1905 is het jaar waarop de naam Matisse plots en voorgoed op de voorgrond treedt. Hij wordt gezien als de grondlegger van het fauvisme, een stijl met fel contrasterende kleuren naast elkaar zonder enige overgang, waarbij de harde confrontaties niet getemperd worden. Tevens werd er geen rekening meer gehouden met het perspectief. De voorgrond werd als het ware omlaaggeklapt en staat in het schilderij in hetzelfde plan als de achtergrond. Toch wordt het perspectief in zekere mate geaccentueerd door kunstig gebruik van de vormen en kleuren.

De journalist-criticus Louis Vauxcelles scheldt de exposanten op het "Salon d'Automne" uit voor Les Fauves en de toon is gezet voor de groep fauvisten met onder meer Matisse, Marquet, de Vlaminck en Derain. "La fenêtre ouverte à Collioure" en "La femme au chapeau" waren gewraakte werken van Matisse op deze expositie. De kritiek was vernietigend. Men schreef onder andere "Uitgenomen de gebruikte materialen, heeft dit alles niets meer met schilderwerk te maken. Het zijn barbaren die men bij ongeluk verf in handen gaf, kinderen die men naar hartenlust met een schildersdoos liet morsen...".

Matisse was een kunstenaar, die naast het schilderen in het tekenen, de grafiek, de decoratie en de sculptuur werkte. Literair presteerde hij in 1908 met "Notes d'un peintre".

Intussen, in 1907, hadden Pablo Picasso met zijn ophefmakende "Les Demoiselles d'Avignon" en Paul Cézanne met zijn retrospectieve expo in het "Salon d'automne" van datzelfde jaar, de weg geopend naar het nieuwe kubisme. Matisse bleef zijn kleurentechniek trouw en vond erkenning bij de grote verzamelaars, zoals Gertrude Stein, Iwan Morozov en Sergei Sjtsjoekin. Voor deze laatste maakt hij "La musique" en "La danse", in 1909. Over dit laatste zegt hij "...Trois couleurs pour un vaste panneau de danse: l'azur du ciel, le rose des corps, le vert de la colline ...".

In december 1917 vestigt hij zich in Nice. Hij schildert er in zijn atelier in hoofdzaak vrouwen, dikwijls in oriëntaalse kledij. Hij wil in zekere mate hiermee de kleuren van het weefsel "vertalen" met de kleuren van zijn palet. Om zijn naakten hun speelse arabesken te laten uitvoeren gebruikt hij de zwarte kleur als kleur van het licht. In die periode maakt hij ook veel gravures.

In 1930 maakt hij een reis naar de Verenigde Staten en reist door naar Tahiti. Op dit eiland ontdekt hij een ander soort licht. Het is voor hem "un gobelet d'or profond dans lequel on regarde" ('een diepe gouden kroes waarin men staart').

Bij zijn terugkeer verhuist hij in 1938 naar Nice-Cimiez. Na een moeilijke chirurgische ingreep voor een kankergezwel in 1941, geven de dokters hem nog slechts zes maanden te leven. Matisse besluit voortaan nog slechts te doen waar hij zin in heeft, zonder rekening te houden wat de anderen van hem verwachten of eisen. Aldus worden de jaren 40 een periode waarin er een sluitende overeenkomst komt tussen de tekening en het kleurengebruik. Hij wordt bijgestaan door zijn verpleegster Monique Bourgeois, die ook zijn model wordt.

In 1943 gaat hij in Vence wonen. Hij schildert er bloemen, weelderige planten, zonnige interieurs en sensuele vrouwen. De vormen in zijn schilderijen vlakken zich af en puren zich en vereenvoudigen zich uit als het ware tot tekens. Hij illustreert ook teksten van zijn geliefkoosde dichters Pierre de Ronsard, Charles Baudelaire en Charles d'Orléans. Hij knoopt er ook opnieuw vriendschap aan en schrijft ongeveer 1200 brieven naar de tekenaar en schrijver André Rouveyre, die hij vroeger al ontmoet had in het atelier van Gustave Moreau.

In 1944 worden zijn vrouw en zijn dochter Marguerite aangehouden door de Gestapo op verdenking te behoren tot het verzet. Zijn vrouw bleef zes maanden opgesloten. Marguerite kon ontsnappen uit de trein die haar naar een kamp overbracht en hield zich schuil in een bos in de Vogezen.

De laatste tien jaren van zijn leven wordt de periode van zijn "papiers gouaches et découpés", waarover hij zegt: "Découper à vif dans la couleur me rappelle la taille directe des sculpteurs". Door een verkeerd verlopen operatie was Matisse aan de (rol)stoel gebonden, kon hij niet meer uitgebreid staand schilderen. De oplossing vond hij in het werken met geverfd papier (papiers gouaches), waarin hij vormen uitknipte die hij weer voor het grotere werk gebruikte. Een aantal van deze werken zijn ook door een drukker vermenigvuldigd. Matisse zag erop toe dat de gebruikte kleuren correct waren. Doordat de drukker de gebruikte materialen goed vastgelegd heeft, kunnen die werken die nu ontkleurd zijn, weer gerestaureerd worden naar hun originele kleuren.

In 1945 werd er een grote retrospectieve tentoonstelling gehouden in de "Salon d'Automne" in Parijs. In 1946 realiseert hij ook de kartons voor het wandtapijten "Polynésie, le Ciel" en "Polynésie, la Mer".

Matisse triomfeert op de grote exposities in Londen, New York en Moskou. In 1948 creëert hij zijn "Saint Dominique", bestemd voor de kerk van Notre-Dame-de-Toute-Grace op het plateau van Assy.

De synthese van zijn werk kwam tot stand in 1949 in het ontwerp van het decor van de "Chapelle du Rosaire de Vence" (de rozenkranskapel van Vence). In 1952 schonk hij 85 werken aan zijn geboortestad Le Cateau-Cambrésis, waar er een museum voor hem werd ingericht.


Grafsteen van MatisseMatisse stierf op 3 november 1954 in Cimiez bij Nice ten gevolge van een hartinfarct in zijn appartement in het Hotel Regina. Hij werd 84 jaar.

[bewerken] Werken
[bewerken] Schilderijen
De gedekte tafel, 1897, olieverf op linnen, 100 x 131 cm, Verzameling Stavros S. Niarchos
Mannelijk naakt: De knecht, 1900, olieverf op linnen, 99,3 x 72,7 cm, Museum of Modern Art in New York
Atelier onder het dak, 1903, olieverf op linnen, 55,2 x 46 cm, Fitzwilliam Museum in Cambridge (Massachusetts)
Weelde, rust en zinnelijkheid, 1904, olieverf op linnen, 98,3 x 118,5, Centre Georges Pompidou in Parijs
Interieur in Collioure, 1905, olieverf op linnen, 59 x 72 cm, priveverzameling in Zwitserland
André Derain, 1905, olieverf op linnen, 39,5 x 29 cm, Tate Gallery in Londen
Vrouw met hoed, 1905, olieverf op linnen, 81 x 65 cm, priveverzameling in San Francisco
Pastorale, 1905, olieverf op linnen, 46 x 55 cm, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs
Portret met groene strepen (Madamme Matisse), 1905, olieverf op linnen, 40,5 x 32,5 cm, Statens Museum for Kunst in Kopenhagen
De muziek (schets), 1907, olieverf op linnen, 73,4 x 60,8 cm, Museum of Modern Art in New York
Blauw naakt (Herinnering aan Biskra), 1906, olieverf op linnen, Baltimore Museum of Art in Baltimore
De rode tapijten (Stilleven met rood tapijt), 1906, olieverf op linnen, 89 x 116,5 cm, Musée de Peinture et de Sculpture in Grenoble
De oever, 1907, olieverf op linnen, 73 x 60,5 cm, Kunstmuseum Basel in Bazel
Luxe I, 1907, olieverf op linnen, 210 x 138 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs
De jeu-de-boulespelers, 1908, Hermitage in Sint-Petersburg[1]
Portret van Greta Moll, 1908, olieverf op linnen, 93 x 73,5 cm, National Gallery in Londen [2]
De gedekte tafel (harmonie in rood), 1908, olieverf op linnen, 180 x 200 cm, Hermitage in Sint-Petersburg.
De dans (eerste versie), 1909, olieverf op linnen, 259,7 x 390,1 cm, Museum of Modern Art in New York
De dans, 1909-1910, olieverf op linnen, 260 x 391 cm, Hermitage in Sint-Petersburg [3]
Vrouw in het groen, 1909, olieverf op linnen, 65 x 54 cm, Hermitage in Sint-Petersburg [4]
Serviesgoed Stilleven met blauw tafelkleed (Still Life with blue Tablecoth), 1909, olieverf op linnen, 88,5 x 116 cm. , Hermitage in Sint-Petersburg
De muziek, 1910, olieverf op linnen, 260 x 398 cm, Hermitage in Sint-Petersburg
Het Blauwe Raam, Issy-les-Moulineaux, zomer 1913. Olie op canvas, 51½ x 35⅝" (130,8 x 90,5 cm).[5]
Gezicht op Notre Dame. Parijs, quai Saint-Michel, voorjaar 1914. Olie op canvas, 58 x 37⅛" (147,3 x 94,3 cm) [6]
Vrouw op een hoge stoel (Germaine Raynal). Parijs, quai Saint-Michel, voorjaar 1914. Olie op canvas, 57⅞ x 37⅝" (147 x 95.5 cm [7]
Goldfish and Palette. Parijs, quai Saint-Michel, herfst 1914. Oil on canvas, 57¾ x 44¼" (146,5 x 112,4 cm).[8]
Jupiter en Leda (Leda en de zwaan), 1944-1946, olieverf op hout, 183 x 160 cm, collectie Maeght, Parijs
Polnesië, de zee, 1946, collage met gouache, 200 x 314 cm, Georges Pompidou in Parijs
Ikarus, 1947, illustratie voor het boek Jazz, zeefdruk van gouache-collage
Het circus, 1947, illustratie voor het boek Jazz, zeefdruk van gouache-collage
Rood interieur, stilleven op blauwe tafel, 1947, olieverf op linnen, 116 x 89 cm, Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen in Düsseldorf
Compositie (fluwelen stoffen), 1947, gouache-collage, 51,5 x 217,5 cm, Kunstmuseum Basel in Bazel
Groot rood interieur, 1948, olieverf op linnen, 146 x 97 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs
Het Egyptische gordijn, 1948, olieverf op linnen, 116,2 x 88,9 cm, Phillips collection in Washington D.C.
Interieur van de Rozenkrans-kapel in Vence, 1950, glas in lood, in Vence
Zulma, 1950, gouache-collage, Statens Museum for Kunst in Kopenhagen
Blauw naakt II, gouache met collage116.2 cm × 88.9 cm, Centre Georges Pompidou in Parijs
Blauw naakt IV, 1952, gouche met collage, 103 x 74 cm, Musée Henri Matisse in Nice
[bewerken] Musea

Musée Matisse, NiceZijn werken hangen in diverse musea over de hele wereld, zoals:

Musée Matisse in Cimiez in Nice
Musée Matisse in Le Cateau-Cambrésis
Centre Georges Pompidou in Parijs [9]
De Hermitage in Sint-Petersburg [10] [11]
Fine Arts Museums of San Francisco in San Francisco
Metropolitan Museum of Art en Museum of Modern Art in New York City [12]
National Gallery of Art in Washington D.C. [13]
Museum Berggruen in Berlijn
[bewerken] Tentoonstellingen (selectie)

Musée Matisse in Le Cateau-CambrésisWerken van Henri Matisse werden in Galerie 291 (1908, 1910, 1912), de Armory Show (1913), op de documenta 1 (1955), de documenta II (1959) en de documenta III (1964) in Kassel getoond
1904: Eerste solotentoonstelling bij Ambroise Vollard, Parijs
1905: Gemeenschappelijke tentoonstelling in de Salon d'Automne, waar het begrip fauvisme werd geïntroduceerd
1910: Eerste tentoonstelling bij Bernheim-Jeune, Parijs
1919/1920: Tentoonstellingen bij Bernheim-Jeune, Parijs
1931–1933: Retrospectieven in Berlijn, Parijs, Basel, New York
1934/35: Meerdere tentoonstellingen in de New Yorkse galerie van zijn zoon Pierre Matisse
1945: Retrospektieve in de Salon d’Automne; gezamenlijke tentoonstelling met Picasso in Londen
1949: Tentoonstelling in het Musée National d’Art Moderne, Parijs
1952: Opening van Musée Matisse in zijn geboortestad Le Cateau-Cambrésis
1953: Tentoonstelling van geknipte papiers gouaches in de Galerie Berggruen, Parijs en van sculpturen in Londen
1963: Opening van Musée Matisse in Nice
2002: Matisse – Picasso, Tate Modern, Londen; Les Galeries Nationales du Grand Palais, Parijs; Museum of Modern Art, New York
2008/2009: Matisse – Menschen Masken Modelle: Tentoonstelling in de Staatsgalerie Stuttgart en in Bucerius Kunst Forum, Hamburg
2009/2010: Matisse – Rodin, une rencontre entre deux maîtres de l’art moderne. 12 juni – 23 september 2009 in het Musée Matisse in Nice; 15 oktober 2009 – 15 februari 2010 in het Musée Rodin, Parijs
Matisse tot Malevich Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage van 6 maart t/m 17 september 2010 in Hermitage Amsterdam in Amsterdam.
Datum toegevoegd: 02/12/2010 door: De Kunsthistoricus
Copyright © 2024 Kunstverzameling Henk van der Kamp - toevoegen aan favorieten
Powered by Zen Cart