19, 20 en 21 Eeuwse Kunst


Toevoegen aan winkelwagen
Maximum: 1

Heel, Jan van heel
[2007102]

€750,00

5 van 5 sterren5 van 5 sterren

Jan van Heel
1898-1990

Johannes Jacobus van Heel, Nederlandse schilder, graficus en tekenaar en maakt gouches.

Onderwerpen: clowns, religieuze thema's, Parijse stadsbeelden, stillevens, dieren, circusmotieven, Spanje (meest abstraherende periode), speeltjes enz. Maakte postzegels, affiches en illustraties.

Jan van Heel werd geboren op 27 juli 1898 in Rotterdam en overleed op 5 oktober 1990 te Den Haag.

Van Heel combineerde zijn baan als onderwijzer met een (avond)studie aan de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam o.l.v. J.G. Heijberg, A.H.R. van Maasdijk, J.H.F.C. Nachtweh, H.E. Mees en D. Bautz. In 1925 behaalde hij de akte Tekenen MO en werd leraar tekenen aan de Johan de Wit HBS in Den Haag.

Werkte in Rotterdam en daarna in Den Haag met onderbreking van 1,5 jaar wonen in Parijs van 1946 t/m september 1947.

In 1928 was hij één van de oprichters van De Werkers met o.m. Rein Drayer, Albert Termote en Piet Bulthuis.

In 1936 trad hij toe tot de De Groep met o.m. Rein Drayer, Hubert Bekman en Jan Franken Pzn.

Parijs van 1946 t/m september 1947.

Van 1947 - 1954 gaf hij les aan de vrije academie te Den Haag.

Won in 1948 Voorjaarsprijs Pulchri Studio
1950 Voorjaarsprijs Haagse Kunstkring

In 1951 was hij medeoprichter en leidend figuur van Verve en later van Fugare.

De schilder Jan van Heel behoorde tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het naoorlogs realisme. De oprichting van de groep De Realisten, waarvoor de Amsterdammers Nicolaas Wijnberg, Hans van Norden en Theo Kurpershoek verantwoordelijk waren, vormde het strijdbare antwoord op de experimenten van Cobra. In een manifest uit 1951 namen de realisten stelling tegen abstractie, die de kunst in hun ogen inhoudsloos maakte en het menselijke element teniet deed. Deze 'menselijke inhoud' drukten de realisten bij voorkeur uit in herkenbare voorstellingen, wat echter geenszins betekende dat ze zich gebonden voelden aan een academisch naturalisme. Kurpershoek sprak treffend van het 'omschilderen' van herkenbare vormen tot beelden van zijn eigen wereld, van zijn eigen realiteit. De realisten schroomden dan ook zeker niet elementen uit het expressionisme en kubisme in hun werk te integreren.

De Haagse tak van de groep realisten was minder fel gekant tegen abstractie. Jan van Heels schilderkunst vormt hiervan een sprekend voorbeeld. Terwijl hij zich in de jaren '40 bepaalde tot Parijse stadsgezichten en aspecten van het circusleven (clowns), ontdekte hij midden jaren '50 de kracht van het Spaanse landschap. De machtige Spaanse natuur met haar elementaire vormen, verzengend licht en matte tinten inspireerden hem tot een koerswijziging in zijn kunst. Het naďeve realisme van de voorafgaande jaren verrijkte zich met een drang tot abstrahering, al behield Van Heels werk altijd een natuurgebonden karakter. De criticus Jos W. de Gruyter omschreef zijn nieuwe werkwijze als "…. ruiger, kloeker, strenger dan voorheen. Wie Spanje kent, weet dat dit landschap een absoluut karakter heeft, dat haast ongemerkt een abstractere zeggingswijze in de hand werkt."

2e Jacob Hartogprijs (1952),
Salomeprijs (1953)
Jacob Marisprijs (1954),
2de prijs Nederlandse reisvereniging (1956),
Jacob Hartogprijs (1959),
Wedgwoodprijs (1960),

1961 Eervolle vermelding Biennale van Sao Paolo,

Grote zilveren penning van de gem Den Haag (1963)
Talensprijs (1964),
Jacob Maris-oeuvreprijs (1965).
Penning van de HAJA (1965)

Een groot doek Spaans landschap uit 1967, vormt een sterk voorbeeld van zijn werkwijze. Ofschoon figuratieve elementen niet ontbreken, zijn ze opgenomen in een geabstraheerd vormenspel, dat de aandacht fixeert op de werking van vorm en kleur. Het lijkt een poging de natuur te ontleden tot haar meest elementaire waarden. Zijn landschappen uit de jaren '60 blijven wars van iedere anekdotiek; als geen ander liet hij de eenvoud zijn eigen taal spreken.

Jan van Heel was tevens lid van Pulchri Studio, de Haagse Kunstkring, De Onafhankelijken in Amsterdam, de Hollandse Aquarellistenkring en de kring van Gouachisten. Hij bekleedde vele bestuurlijke- en advies- functies en was rijksinkoper voor de collecties 'schoolversiering' en esthetisch adviseur van het Ministerie van Onderwijs.

Zijn werk bevindt zich o.m. in het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Stedelijk Museum in Schiedam, het Centraal Museum in Utrecht, het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Gemeentemuseum Den Haag, Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam, het Gemeentemuseum Maassluis, Museum de Wieger Deurne, musea in Kopenhagen, Madrid, Montivideo, en Rio de Janeiro.

Zie ook Nieuwe Haagse School,

Litteratuur o.m:
W. Schrofer, Jan van Heel, St. Lukas Reeks nr 2, Den Haag 1946
Jos de Gruyter, Jan van Heel, catalogus bij eretentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum, Den Haag 1965
Charles Wentinck, Jan van Heel, Hoorn 1993 (monografie)
Datum toegevoegd: 03/12/2017 door: De Kunsthistoricus
Copyright © 2024 Kunstverzameling Henk van der Kamp - toevoegen aan favorieten
Powered by Zen Cart