Anne Feddema
1961-
Anne Hendrik Berend Feddema (Leeuwarden, 24 september 1961) is een Friese dichter, schrijver en beeldend kunstenaar. Hij won in 2007 de Margaretha de Heerprijs voor Cultuur van de gemeente Leeuwarden, voor zijn schilderkunst en in 2009 de Gysbert Japicxpriis ( de hoogste erkenning voor Friese literatuur van de provincie Friesland )voor zijn bundel 'Reidhintsje op'e Styx'. In 2016 ontving hij de Rink van der Veldeprijs voor zijn korte verhalenbundel 'De Triennen Fan Cheetah '.
Feddema groeide op in Leeuwarden. Na de middelbare school volgde hij gedurende twee jaar, van september 1986 tot juni 1988, de postacademische opleiding bij Ateliers ’63 in Haarlem waar hij werd begeleid door onder anderen Jan Dibbets, Toon Verhoef, Ben Akkerman en René Daniëls.
Dichter en schrijver
In 1998 was hij bij de Avonden live, van Poetry en in 1999 trad hij op in het hoofdprogramma van het Poetry International-festival in Rotterdam. Anne Feddema schrijft zowel in het Fries als in het Nederlands. Bovendien vertaalde hij werk van andere dichter-kunstenaars in het Fries, zoals van Kurt Schwitters , Hans Arp, Gottfried Benn, Paul Klee en Wassily Kandinsky. Voor Omrop Fryslân maakte hij gedurende een periode van vijfentwintig jaar radiocolumns in het ' Leewaddes ', die wekelijks te beluisteren waren.
Beeldend kunstenaar
De schilderijen van Anne Feddema, in de periode 1982 - 2008 zijn vaak expressief, meervoudig te interpreteren door de gelaagdheden ( literair tegenover schilderkunstig ) en veelkleurig. De laatste tijd is er een vergaande versobering te bespeuren in de schilderijen en werken op papier.De kleuren zijn donkerder en verzadigder. De thematiek is teruggebracht tot het onderwerp tuin. Formele aspecten als verf en huid zijn véél belangrijker geworden. Ook de grotere verbindende vormen springen in het oog.
Zijn schilderwerken werden in de afgelopen jaren tentoongesteld in het Fries Museum, het Groninger Museum, in Potsdam, in Vilnius,Litouwen en in verschillende andere Musea, waaronder het Coopmanshûs in Franeker Museum Belvédère in Oranjewoud en het Museum Smallingerland in Drachten.
Werk als schrijver:
Slapstickiepenbierings (1997)
Reidhintjse op’e Styx (Waterhoentje op de Styx) (2005)
Skúnpútsers gúd, verzameling van zijn Leewadder kollums op Omrop Fryslân (2009)
Torpedo's los! (2010)
Op myn stjerbêd wol ik tate ha (2013)
De triennen fan Cheetah (2014)
Erkenning:
Margaretha de Heerprijs, 2007
Gysbert Japicxprijs, 2009
Rink van der Veldepriis, 2014
Leven en werk:
Anne Feddema werd geboren op 24 september 1961 in Leeuwarden. Zijn vader had een kapperszaak aan het Cambuursterpad.
Na zijn middelbareschooltijd studeerde hij een tijdlang aan de Leeuwarder kunstacademie Vredeman de Vries. Later kreeg hij de kans om met een stipendium een postacademische opleiding te volgen aan Ateliers ’63 te Haarlem. Hij kreeg daar begeleiding en steun van bekende kunstenaars als Jan Dibbets, René Daniëls en Marlene Dumas.
Veelzijdig
Anne Feddema is een veelzijdig kunstenaar. Hij is actief als dichter, schrijver van columns, schilder, muzikant en performer. ‘Door met meer disciplines bezig te zijn, blijf ik in beweging en in dialoog,’ zei Feddema daar zelf over in een interview met Gerbrich van der Meer
Radiocolumns
In 1983 vroeg Omrop Fryslân Anne Feddema om voor zijn radio-uitzendingen een column te verzorgen. Feddema zegde toe en schreef zijn columns, die hij ook zelf voorlas, in het Leeuwarders. Gaandeweg sierde hij zijn taalgebruik op met eigen vondsten, hij introduceerde nieuwe woorden om de taal levendig en bij de tijd te houden. Niet iedereen kon dat waarderen, maar Feddema bouwde met zijn radiocolumns een grote schare fans op, die veel plezier beleefden aan de wederwaardigheden van figuren als Dikke Douwe en Appie Hamstra, die Feddema tot leven bracht. ‘De Carmiggelt van Fryslân’ werd hij wel genoemd. Na de 250ste aflevering vond hij het genoeg en zette hij er een punt achter. Van april 2002 tot eind 2006 was hij echter opnieuw te horen als columnist, tot er door een reorganisatie van de programmering bij de omroep een einde kwam aan zijn activiteiten bij de radio.
Dichter
Al schrijft Anne Feddema zijn (radio-)columns in het Leeuwarders, dichten doet hij in het Fries. Zijn eerste gedichten verschenen in 1990 in de Friese literaire tijdschriften Hjir en Trotwaer, later publiceerde hij ook in het internettijdschrift Kistwurk. In 1998 en 1999 droeg hij als Fries dichter zijn verzen voor tijdens Poetry International te Rotterdam.
Debuut
Feddema debuteerde in 1997 met de bundel Slapstickiepenbierings. Hij toont zich in zijn kunstzinnige uitingen verwant aan het Dadaïsme, een stroming in de literatuur, muziek en beeldende kunst die kort na de eerste wereldoorlog ontstond. De Dadaïsten verzetten zich tegen de gangbare ordening in de kunst, omdat die de bestaande maatschappelijke ordening bevestigde. Het was een protest tegen de zinloosheid van oorlogvoering. Van twee bij die kunstrichting aangesloten kunstenaars, Kurt Schwitters en Hans Arp, heeft Feddema verzen vertaald naar het Fries. Ze zijn gebundeld door Museum Smallingerland in Drachten. In zijn bespreking van Slapstickiepenbieringshad Henk van der Veer naast complimenten voor het oorspronkelijke taalgebruik en de originele titels ook oog voor die Dada-kant in het werk van Anne Feddema . Piter Yedema zag Feddema’s debuut ‘als voetnoot bij de Friese letteren, maar in potentie leidend naar een niet tegen te houden vernieuwing’. Tjitte Piebenga wist niet wat hij aan moest met Slapstickiepenbierings. Hij vond de gedichten ‘zelden hilarisch, meeslepend, spits, uitdagend of komisch desnoods, nee, ze verworden tot woordsnoeren met een voorliefde voor (bijvoeglijke) naamwoorden en inflauwe clichés’.
Reidhintsje
Het werk van Anne Feddema kan niet alleen gerangschikt worden onder Dadaïsme, er zijn meer typeringen op zijn werk van toepassing. In 2005 verscheen zijn tweede gedichtenbundel, Reidhintsje op ’e Styx. Recensent Abe de Vries noemde Feddema in zijn bespreking van de bundel een lyrisch absurdist. ‘Uit een aantal van de gedichten blijkt dat de dichter, met technieken ontleend aan absurdistische en dadaïstische voorgangers, uiting wil geven aan wat hem beweegt, aan wat hij heeft liefgehad, aan datgene wat hem betoverde’. En ook: ’Feddema schrijft een humoristisch, verwarrend soort poëzie dat de spot drijft met grammatica, hij bedenkt om de haverklap nieuwe woorden en haalt in zijn verzen vaak de hele kunstgeschiedenis overhoop’. Een ander opvallend fenomeen in zowel zijn schilderkunst als zijn literaire werk is het grote aantal bekende componisten, schrijvers en schilders dat daarin figureert. Dat gaat van Bach, Mozart, Liszt, Picasso, Poulenc en Dali tot Nietzsche, Reve en Strawinsky. Nog eens Abe de Vries (Farsk, 2005): ’De vraag is natuurlijk: wat moeten al die kunstenaars in deze poëzie? ‘–’ … het dwangmatig refereren – want dat is het – aan beroemde kunstenaars moet te maken hebben met de functie van De Kunst in deze poëzie. Die is, om het maar eens populair te zeggen, één geworden met het leven: leven en kunst zijn niet meer van elkaar te onderscheiden. In alles wat er in het dagelijkse leven plaatsvindt, trilt de kunst mee, kleurt de kunst de gebeurtenissen, eist een plaats op in de teksten. Feddema moet wel een geweldig belang toekennen aan de kunst - en dan vooral aan schilders en componisten’. In 2009 kreeg Feddema voor zijn tweede bundel de Gysbert Japicxprijs.
Later dichtwerk
In Torpedo’s los (2010) zag Eppie Dam vooral meer van hetzelfde: ‘Hoe lang kan de eenling verder in een formule waarmee hij zich al bewees?’ Hij vond het tijd worden dat Feddema meer van zijn persoonlijke kant laat zien, meer dan in deze bundel tenminste . Cornelis van der Wal was wat dat betreft positiever: ‘De creativiteit spat ervan af!’ Het persoonlijke en meer verdiepende zag Eppie Dam wel in Op myn stjerbêd wol ik tate hawwe, Feddema’s vierde bundel uit 2013. Hij noemde als voorbeeld de bespiegelende verzen over de dood.
Korte verhalen
Naast poëzie schrijft Feddema ook proza. Verhalen van hem werden gepubliceerd in de Leeuwarder Courant en literair tijdschrift Hjir. In boekvorm verscheen een verhaal van zijn hand in de verzamelbundel It each fan de griffioen (2006). Skúnpútsersgúd (2009) is een bloemlezing van verhalen in stadsdialect die Feddema tussen 1985-1991 en 2002-2006 maakte voor Omrop Fryslân. Het zijn volgens Jaap Krol verhalen over kleine mensen die zich staande proberen te houden in de grote wereld. Hij kon zich goed vinden in de vergelijking die Pieter de Groot maakte met Carmiggelt en prees de bundel vanwege de humor: ‘Ik heb me soms doodgelachen’. De triennen fanCheetah (2014) is Feddema’s eerste Friestalige verhalenbundel. Het zijn verhalen die eerder verschenen in literaire bladen als Hjir, Ensafhen De Moanne. Jaap Krol zag door de verbinding tussen gewone stervelingen en bijzondere figuren als de schilder Kandinsky, maar ook door het uittekenen van de wereld als groot en absurd decor een vormvaste bundel [12]. Doeke Sijens stelde vast dat de verhalen steeds weer fris en nieuw zijn. Hij gaf de bundel vier van de vijf beschikbare sterren.
Zo is Anne Feddema een schrijver / beeldend kunstenaar met een eigen geluid en kleur. De manier waarop hij onderwerpen als onmacht, dood, droom en angst, op zijn eigen groteske manier verwerkt, zorgt ervoor dat Feddema een unieke plaats inneemt in de Fries-literaire wereld.
Bronnen voor dit artikel
[1] Friesch Dagblad, 25-01-2006
[2]Trotwaer, juny 1998
[3] Hjir, maaie 1998
[4]Leeuwarder Courant, 13-03-1998 (diel 1, 2, 3 en 4)
[5]Farsk, 2005
[6] Farsk, 2003
[7] Farsk, 2005
[8] Leeuwarder Courant, 05-11-2010
[9] Friesch Dagblad, 11-01-2011
[10] Leeuwarder Courant, 16-08-2013
[11] Friesch Dagblad, 24-10-2009
[12] Friesch Dagblad, 21-02-2015
[13] Leeuwarder Courant, 27-02-2015
Lijst van belangrijkste literaire werk
Poëzie
1997: Slapstickiepenbierings
2005: Reidhintsje op ’e Styx
2010: Torpedo's los
2013: Op myn stjerbêd wol ik tate ha
Proza
2006: Verhaal in It each fan de griffioen (verzamelbundel, samenstelling Ernst Bruinsma en Baukje Wytsma)
2009: Skúnpútsersgúd (Leeuwarder verhalen, eerder voorgelezen op Omrop Fryslân)
2014: De triennen fan Cheetah
Prijzen
2007: Margaretha de Heerprijs van de gemeente Leeuwarden voor zijn schilderskunst
2009: Gysbert Japicxprijs voor Reidhintsje op ’e Styx
2016: Rink van der Veldeprijs voor De triennen fan Cheetah
Nominaties
2015: Longlist Gysbert Japicxprijs met De triennen fan Cheetah
De laatste twee jaar ontstaan er schilderijen en werken op papier die direct hun oorsprong vinden in de tuin achter zijn woonhuis.
Bloemen, planten, de berk, vogels en
katten. Op het moment gaat zijn interesse met name uit naar de enorme klimop achter
in de tuin, groeiend tegen de muur van een aangrenzend bedrijf. Hierin huist in de
zomer o.a. een bijenvolk...is er veel donker en licht...kortom een schatkamer voor de
schilder Anne Feddema. Geleidelijk aan wordt zijn werk weer abstracter, waarbij de
muzikaliteit van de schilderijen...(opgeroepen door ritme, lijn en verf) een meer en meer
centrale rol inneemt.
Anne Feddema (1961, Leeuwarden) volgde zijn kunstopleiding aan de Academie
Vredeman de Vries in Leeuwarden en de postacademische Ateliers 63 in Haarlem.
Werk van Feddema is tentoongesteld in o.a. het Fries Museum, Groninger Museum,
Museum Belvédère en Museum Dr888. Hij won o.a. de Margaretha de Heerprijs voor
Cultuur. Werk van Feddema is opgenomen in particuliere collecties en in de collecties
van Fries Museum en Museum Belvédère. Anne Feddema woont en werkt in
Leeuwarden.