Wiebenga, Johannes Bernardus Wiebenga
[2007333]

Johannes Bernardus Wiebenga
1905-1987

Johannes Bernardus Wiebenga geboren te Rotterdam op 16-05-1905 en overleden te Rotterdam op 05-10-1987

Woonde en werkte aldaar.

Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam 1919-1928 o.l.v. J. Jongert, Ch. J. Addicks, Piet Zwart en J. G. Heijberg.

Van 1919 tot 1926 glasreklame en sinds 1926 reklame-ontwerper.

Schildert, aquarelleert en tekent o.a. figuurvoorstellingen, dieren, bloemen, arcadische landschappen en stilering.

Exposeerde zowel solo als in groepsverband en is met werk vertegenwoordigd in verschillende nationale- en internationale collecties van bedrijven, instellingen, gemeentes en particulieren.

Een bijzonder kunstenaar met een duidelijk eigen palet en uitdrukkingsfeer.

Johannes Bernardus Wiebenga werd geboren in 1905 en werd grotendeels beïnvloed door het opgroeien in de jaren twintig.

In de jaren 1920 en 1930 werden de belangrijkste innovaties van de eerste jaren van de twintigste eeuw verder ontwikkeld en geëvolueerd.

Om deze tijd als vormingsperiode voor een kunstenaar te hebben moest hij omringd worden door vernieuwende beoefenaars van de schilderkunst.

Het was ook een tijd van herstel en introspectie na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, waarin belangrijke verschuivingen in de politiek plaatsvonden.

Het marxisme was een overheersende politieke ideologie die ook bijzonder invloedrijk was onder kunstenaars en hun gemeenschappen.

Belangrijke artistieke ontwikkelingen omvatten een soort expressief maniërisme dat werd geïllustreerd door Brancusi, Modigliani en Soutine in Parijs.

Het surrealisme groeide in de jaren 1920 en 1930 met een focus op het menselijke onbewuste, een fundamenteel idee van de freudiaanse theorie.

Belangrijke surrealistische kunstenaars zijn onder meer Salvador Dali, Giorgio de Chirico, Andre Breton, Rene Magritte en Paul Delvaux.

Vanwege het culturele belang ervan verspreidde een groot deel van deze ideologie zich over de hele wereld.

Het Bauhaus werd opgericht in 1919 en werd een belangrijke plek rond ideeën ten gunste van de vereniging van kunst, ambacht en ontwerpdisciplines een idee dat bekend werd als het Gesamtkunstwerk.

Surrealisme werd de belangrijkste expressieve modus van de jaren twintig en werd geholpen door het liberalisme van de Duitse Weimarrepubliek, een omgeving die een enorme creatieve bloei mogelijk maakte onder kunstenaars uit die periode.