19, 20 en 21 Eeuwse Kunst


Toevoegen aan winkelwagen
Maximum: 1

Goené, Rien Goené
[2007581]

€950,00

5 van 5 sterren5 van 5 sterren

Rien Goené
1929-2013

Marinus Adrianus George (Rien) Goené geboren te Utrecht op 20 juli 1929 en overleden te Utrecht op 13 juni 2013 was een Nederlands beeldhouwer en schilder.

Goené werd vanaf 1947 opgeleid aan de Utrechtse kunstacademie Artibus. Hij digitaal schilderen van Mar Diemčl, boetseren van Piet Jongbloed en monumentale kunst van Abram Stokhof de Jong. Geďnspireerd door de in 1948 opgerichte Cobra-beweging werkte Goené experimenteel en expressief. Zijn beelden, meestal abstract vormgegeven, maakte hij van schroot en brons.
Als schilder werkte hij thematiek in olieverf, zowel abstract als figuratief, landschappen en vrouwen, hij werd hierin geďnspireerd door onder anderen Henri Matisse en Picasso.

In de zestiger jaren werd Goené docent aan Artibus. Na een conflict met het bestuur over zijn vrije manier van lesgeven, moest hij de academie weer verlaten.
In 1956 werd Goené lid van expositievereniging St.Lucas en in de jaren 60 van Stuwing.
Stuwing bestaat uit een groep moderne beeldhouwers en kunstschilders die vrij wilden werken en wilden experimenteren met vormen en materialen.
De ideeën van deze groep waren ook die van Goené.

In 1958 werd hij lid van het Genootschap Kunstliefde, in 2006 werd hij medisch tot erelid. Zijn dochter Yvette (1959) werkt als beeldend kunstenaar met email.
Vader en dochter exposeerden samen in 1994 in Friesland.

Goené exposeerde regelmatig in binnen- en buitenland, onder andere in het Stedelijk Museum Amsterdam en in diverse andere galeries en musea in de Benelux, Duitsland, Denemarken, Zwitserland en Zweden en was permanent vertegenwoordigd door Guildhall Gallery in Chicago.
Goené is overleden in 2013, op 83-jarige leeftijd.

Een kunstenaar die een grote bijdrage heeft geleverd aan het Utrechtse kunstklimaat van na de Tweede Wereldoorlog is ongetwijfeld Rien Goené. De in Utrecht geboren (1929) en getogen kunstenaar experimenteert al in de jaren vijftig met abstracte sculpturen, die hij maakt van bijeen gezochte schroot. Met zijn schrootplastieken schudt hij de 'dappere' Utrechtse kunstwereld van die tijd hard wakker. De voorlopige kunst heeft na Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ook Utrecht bereikt. Dat is zelfs schrikken!

Rien Goené gaat in 1947, na zijn HBS-opleiding, naar de kunstacademie Artibus, toen nog gevestigd aan de Plompetorengracht. Hij volgt de opgebouwde monumentale opleiding en krijgt minder schilderkunst en beeldhouwen. Tijdens en na zijn opleiding bezoekt hij vaak het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij maakt er kennis van met de vrije schilder- en beeldhouwkunst van de in 1949 opgerichte COBRA-groep. De vrijheid van expressie waarmee deze nieuwe generatie geďdentificeerde kunstenaars zich uit voelt, voelt hij zelf ook. De Utrechtse kunstscčne vindt hij maar braaf en een beetje ingeslapen. Daar zal Rien Goené wel iets aan doen!

Het Utrechtse kunstleven kan in de jaren vlak na de oorlog inderdaad wel enige roering gebruiken. De invloed van de oorlogsjaren op kunstenaars is niet mals geweest. Vooral niet vallen, was het motto tijdens de oorlog. Goené stelt zich sociaal op, maar heeft zijn hart op zijn tong en komt voort uit zo nu en dan in conflict met de generatie oudere kunstenaars. Hij wordt in 1956 toegelaten als deelnemer van de jaarlijkse kunstmarkt op het Janskerkhof, maar het jaar daarna wordt hij geďntroduceerd. Dat levert pittige discussies op met Fedde Weidema, voorzitter van de toelatingscommissie van de kunstmarkt en lid van Genootschap Kunstliefde. Goené loopt niet weg voor discussies en wordt weer toegelaten als exposant. In 1958 wordt hij ook lid van Kunstliefde, is tot 2006 een actief lid en veranderd erelid.

Zijn uitleg, in ijzer en in brons, vindt al snel een weg naar verzamelaars. De zijn beelden zelden abstract, maar figuratie schuwt Goené niet. Vanaf het begin van zijn kunstenaarschap krijgt hij monumentale opdrachten van de stad Utrecht en andere lokale overheden. Op tal van pleinen en gebouwen in Utrecht zijn grote plastieken van Goené te zien, bijvoorbeeld voor het personeelsgebouw van de Nederlandse Spoorwegen, bij Zorgcentrum Tuindorp Oost, bij het CNV-gebouw aan de Ravellaan, het Spoorweg Pensioenfonds en Huize Tolsteeg. Ook in andere steden als Amsterdam, Amersfoort, Alkmaar, Nieuwegein en Zeist staan ​​beelden van zijn hand.

Zijn financiële kostje lijkt in 1969 gekocht door de Amerikaanse eigenaar van de Guildhall Gallery in Chicago, Sam Schwartz, twee jaar achtereen het atelier van Goené leegkoopt. Dan herkent de eigenzinnigheid van de kunstenaar weer de kop op. Hij weigert een contract dat Schwartz hem aanbiedt. Zijn vrijheid is hem meer waard en zijn sculptuur is dierbaar om ze allemaal een keer te verkopen. Veel sculpturen van Goené 'zwerven' dus ergens in Amerika, maar vraag Goené niet waar, hij weet het zelf niet.

Naast zijn oplossing blijft Goené ook schilderen. Hij laat zich inspireren door de modern-klassieke meesters van de twintigste eeuw, zoals Picasso, Van Dongen en Matisse. Hij ontwikkelt een zeer eigen, herkenbare stijl. Met een helder, kleurenpalet schildert hij weidse landschappen en (natuurlijk) vrouwen in een figuratieve trant. Hij schildert ook abstract, zijn driedimensionale sculptuur en vertaalt hij regelmatig in olieverf op het platte vlak.

Rien Goené is in de jaren zestig als docent verbonden aan Artibus, de academie waar hij zelf is gestudeerd. De maatschappij is in die jaren stevig aan het veranderen en ook het onderwijssysteem gaat op de schop. Het behoudend academiebestuur heeft niet veel op de vrije manier lesgegeven aan de Goené voorstaat. Te progressief en te eigengereid, ontmoet mannen. Het leidt tot een heftig conflict en Goené moet de academie onder luid protest van studenten verlaten.
Einde docentenloopbaan.

Zijn atelier is sinds tientallen jaren gevestigd in een oud schoolgebouw dat in het prachtige Abraham Dolehof staat (het hofje wordt genoemd naar een rijke Utrechtse koopman). Als ik er rondloop zie ik veel gereedschap, plastieken, klaar voor de verkoop van onvoltooid, gipsen mallen en oud ijzer. Kortom een ​​atelier waar gewerkt wordt. Hij deelt het atelier, ook weer sinds jaar en dag, met zijn dochter Yvette Goené, kunstenares en specialist in emailletechnieken.

Rien Goené heeft veel gedaan voor het kunstklimaat in Utrecht. Een blog is niet voldoende om recht te doen aan al zijn activiteiten. Daarom zal ik binnenkort een persoonlijk interview met hem hebben dat natuurlijk op DUIC-TV te zien zal zijn. Ik hou je op de hoogte!

Marcel Gieling
Datum toegevoegd: 15/05/2023 door: De Kunsthistoricus
Copyright © 2024 Kunstverzameling Henk van der Kamp - toevoegen aan favorieten
Powered by Zen Cart