Albert René Jansen
1922-1997
Geboren op 05-01-1922 te Breda, overleden te Uden op 16-01-1997
Kwalificaties: Mozaďekwerker, Schilder, Monumentaal kunstenaar.
Opleiding: Academie voor beeldende kunsten Breda
Werkzame periode: 1937-1997
Werkzaam in: Breda, Eindhoven, Nuenen en Uden
Onderwerpen: Figuurvoorstelling Abstractie
De kunstenaar is bekend onder een aantal naamvariaties zoals:
Albert René Jansen, René Jansen, Albertus Reinier Jansen of Alb. René
Onder invloed van de crisis in de dertigerjaren van de vorige eeuw en de daarop volgende oorlog werd het Albert door zijn vader verboden om te kiezen voor het armoedzaaierige beroep van kunstschilder.
Hij volgde noodgedwongen een opleiding tot reclameschilder en leerde zichzelf allerlei vaardigheden op het artistieke vlak aan.
Eindhoven waar hij toen woonde, werd acht maanden eerder bevrijd dan de rest van Nederland en hij heeft in die tijd als een bezetene geallieerde soldaten geportretteerd.
Hij verdiende daar zo veel mee dat toen zijn vader in 1945 overleed, hij alsnog naar de Bossche kunstacademie kon en zijn moeder intussen van dat geld ook nog kon onderhouden.
Hij heeft sindsdien nagenoeg uitsluitend als vrij kunstenaar kunnen leven.
Hoewel het gezin Jansen, hij trouwde zijn Joke in 1952 heel wat dubbeltjes heeft omgedraaid, is het zeker ook zo dat Albert mee wist te liften op de algemene tendens van wederopbouw na de oorlog.
Zeker zo belangrijk is dat de R.K. kerk nog in een welvarende positie verkeerde en het ene na het andere nieuwe kerkgebouw liet neerzetten, zo kon het gebeuren dat nogal wat glas-in-lood- en glas-in-betonramen van de hand van een overtuigd atheďst zijn.
Ook allerlei overheidsgebouwen werden door hem opgesierd met wandschilderingen en mozaďeken, in Uden vind je nog de wandschildering in zwembad De Wel, inmiddels is het gebouw helaas afgebroken en een mozaďek op basisschool Marimba aan de Paukenlaan.
Met name zijn wandschilderingen zijn uitgesproken vrolijk, de kleuren maar ook de houding van de weliswaar gestileerde maar toch zeer figuratieve afbeeldingen, schilderend op papier en doek zat dat wat anders.
Heel lang tot in de tachtiger jaren waren zijn olieverfschilderijen ronduit somber ongeacht de stijl waarin hij werkte.
De meeste van zijn gouaches daarentegen waren juist weer erg kleurrijk en blijmakend, zijn stemming lijkt steeds de techniek van het schilderen te hebben bepaald maar het omgekeerde kan ook niet worden uitgesloten.
Ondanks het feit dat hij een hekel zei te hebben aan exposeren heeft zijn werk in de loop der jaren toch nog in een indrukwekkende opsomming van ruimtes ten toon gehangen, om er enkele te noemen: Het Van Abbe museum, Het Stedelijk museum, Galerie Schoots, de Krabbedans, de Mallemolen, de Lievenkamp en de Pronkkamer.
Albert René Jansen kwam in 1968 in Uden wonen en was daarmee, na Hans van den Krommenacker de tweede Udense kunstenaar.
Dat is in het nieuwe Udense gemeentehuis nog goed te zien maar tegelijkertijd bestaat ook de al veel besproken betreurenswaardigheid dat men het niet nodig vond om bij de herziening van de Udense collectie van Brabantse kunstenaars, werk van Albert en andere Udense kunstenaars te behouden.
Er moeten duizenden werken van hem aan iets minder muren hangen, waarvan vele in Uden.
Als je een kunstschilder al tot iets zou kunnen verplichten, dan zou je hem de taak opleggen om ons in voortdurende progressie te verblijden met een zoektocht naar de grenzen van de schoonheid.
Albert René Jansen heeft daarvan in elk geval begrepen dat het vrijheid behoeft om ongeremd te kunnen experimenteren met steeds weer andere vormen en kleuren en hij heeft daarmee een heleboel mensen blij gemaakt.
Kunstmakelaardij Metzemaekers